Wat is dementie
Bij dementie raken steeds meer zenuwcellen in de hersenen en/of verbindingen tussen deze zenuwcellen beschadigd. Hierdoor kunnen de hersenen niet goed meer functioneren. Bij sommige personen met dementie kan de achteruitgang heel snel verlopen, terwijl anderen nog jarenlang een relatief gewoon leven kunnen leiden.
Behalve het geheugen worden ook andere hersenfuncties aangetast. In het begin van de ziekte vallen meestal de geheugenstoornissen op. Later krijgt de persoon met dementie problemen met denken en taal. Ook treden vaak veranderingen in karakter en gedragsproblemen op. Naarmate de ziekte vordert, zal iemand met dementie steeds meer de regie over zijn eigen leven verliezen: hij wordt meer afhankelijk van de hulp van anderen en dagelijkse handelingen worden steeds moeilijker.
Dementie is een ouderdomsziekte en komt voornamelijk voor op oudere leeftijd. De kans dat iemand in zijn leven dementie krijgt is 20 procent. Voor vrouwen ligt dit percentage zelfs op 30 procent. In Nederland zijn er nu ongeveer 250.000 mensen met dementie, dit aantal zal in de komende decennia sterk stijgen als gevolg van de vergrijzing. Maar ook jongeren kunnen deze ziekte krijgen. Van het totale aantal mensen met dementie zijn er ongeveer 12.000 jonger dan 65 jaar. Het ziekteproces duurt gemiddeld 8 jaar.
Dementie is nog niet te genezen. Het beste dat op dit ogenblik kan worden bereikt bij een deel van de patiƫnten is een tijdelijke stilstand of vertraging in de ontwikkeling van het ziekteproces, door het gebruik van medicijnen.